‘Benny Bal’: ‘Ik weet veel van vlees en ik kan goed lullen’

ANAC Bakery leek Benny van Es (66) een goede plek om af te spreken voor de uitreiking van de Blauwe Tegel voor de slechtste slogan van 2021. De shop van het Nijmeegse tankstation en naastgelegen carwash is al negen jaar een gewaardeerde klant van Benny. ‘Vroeger kwam ik hier al mijn wagen wassen voor vier gehaktballen, maar dat is lang geleden hoor. Inmiddels is het bedrijf enorm gegroeid en verkopen ze mijn ballen aan de lopende band.’

Benny met de Blauwe Tegel als automagneet

Als zes maanden oude baby kreeg Benny polio en is daardoor slecht ter been. Jarenlang werkte hij als uitbener bij diverse slachthuizen, tot dat werk niet meer ging. ‘Ik kon kiezen: mijn hand ophouden of voor mezelf beginnen. Het werd dat laatste. Ik weet veel van vlees en ik kan goed lullen. Daar moet wat mee te doen zijn, dacht ik.’ Zo geschiedde. In 2002 begon hij Benny’s Vleesservice. Hij levert nu al bijna twintig jaar allerlei soorten vlees in een ruime regio rond Nijmegen, zowel aan particulieren als bedrijven. Niet alleen gehaktballen, maar ook schnitzels, shoarma, worstenbroodjes (met ‘van kop tot kont worst in de mond’?) tot en met vleesschotels.

Zijn succesformule is even simpel als doeltreffend. Benny sluit geen contracten met zijn klanten, alles gaat op basis van vertrouwen. ‘Ik ga langs bij tankstations en cafetaria’s en geef ze een tas met verschillende vleesproducten. ‘Kijk maar wat je ervan vindt’ zeg ik dan. Ik ga niet nabellen maar wacht af of ze mij bellen. Dat werkt het beste. Eén keer werd ik direct teruggeroepen door een man die vroeg of ik koffie wilde. Hij had zo’n aanpak nog nooit meegemaakt.’ Met Benny weten ze duidelijke meteen wat voor vlees ze in de kuip hebben.

De perfecte bal van 130 gram

Het creëren van de ‘perfecte bal’ was een langdurig proces. Benny luisterde goed naar de reacties van zijn klanten en paste het recept daarop aan. Bijvoorbeeld als het wat minder zout moest. En het gewicht? ‘Een bal van 130 gram is ideaal. Je moet de kern gaar kunnen krijgen, klanten moeten ’m snel kunnen opwarmen en hij moet niet uit elkaar vallen. Dat lukt niet makkelijk als je ballen maakt van 250 gram. Die vraag heb ik wel eens gekregen van een klant.’

Benny zat aan tafel met een grote internationale onderneming met veel tankstations. ‘Daar heb ik bewust geen deal mee gemaakt. Eerst moet je dan flink investeren om die duizenden ballen te kunnen leveren, en na twee jaar willen ze 2 cent per bal eraf. Dat risico ga ik niet lopen. Weet je wat die man zei? ‘Jij traag, een ander graag’. Prima, dag!’ Benny is helemaal tevreden met de grootte van zijn bedrijf. Het zou anders ook een flinke uitdaging zijn geworden om alle ballen hoog te houden in de samenwerking met zijn toeleveranciers. Bovendien: nu hij de pensioengerechtigde leeftijd heeft, doet hij het ook wat rustiger aan.

‘Winst geeft zelfvertrouwen’

Tijdens de sloganverkiezing werd Benny vanaf dag 1 overdonderd door alle media-aandacht. ‘Ik was net gebeld over de nominatie toen de lokale zender RN7 al aan de lijn hing voor opnames.’ Daarna volgde een hele pagina in dagblad de Gelderlander en interviews voor RTL, AD, Radio 1 in Nederland en België en eind december zat zijn slogan nog in de quiz van SBS6. ‘Talpa belde me of ze daarvoor de foto van mijn bus mochten gebruiken. Dat vond ik geen probleem. Ik heb de hele quiz gekeken en dacht dat het niet meer zou komen. Bleek het de allerlaatste vraag te zijn.’

Toen Benny hoorde dat hij de sloganverkiezing had ‘gewonnen’ liet hij zijn klanten direct weten dat de levering een dag vertraagd zou worden. Zijn vermoeden dat hij die dag niet aan werken toe zou komen was terecht. Hij was de hele dag druk met zijn ‘overwinning’. ‘Ik vond het echt ongekend wat er allemaal gebeurde. Al die media-aandacht en leuke reacties. Het was heel bijzonder om mee te maken. De winst van zo’n verkiezing geeft toch zelfvertrouwen. Het is de bevestiging dat je wat hebt neergezet. En dat op mijn 66ste.’

Meer “exposure” met de slogan

Benny pakt flink uit met de Blauwe Tegel. Hij heeft zijn auto ermee beplakt, zette een afbeelding op zijn website en maakte mega-Tegelstickers voor zijn klanten. ‘Ik ben gebeld door een reclamebureau dat een samenwerking wilde aangaan om meer “exposure” te krijgen. Ik heb snel opgehangen. Ze willen duidelijk een graantje meepikken.’ Dat Benny geen reclamebureau nodig heeft, is wel duidelijk. Hij bedacht al zijn slogans zelf, van ‘Niet de goedkoopste, wel de beste’ (Benny: ‘Zo’n slogan durft niemand!’) naar ‘Schnitzels zo groot als olifantenoren’ tot de prijswinnende ballen-slogan. ‘Ze noemden mij altijd al Benny Bal, dus ik dacht: daar moet ik wat mee. En ‘gehaktballen’ vond ik te lang. Toen mijn buurvrouw moest lachen om de ballen-slogan, wist ik dat het oké was.’

De aandacht tijdens de verkiezing leidde tot een paar nieuwsgierige telefoontjes van potentiële klanten. ‘Een cafetaria uit Amsterdam heeft gevraagd of ik acht ballen kon komen brengen. Dat is 400 euro, heb ik gezegd. Anders is het de moeite niet waard.’ Tegen andere bellers zei hij dat ze in januari maar moeten terugbellen als ze dan nog steeds interesse hebben. Zelf zocht Benny contact met de inzender van de slogan. ‘Ik belde hem op en zei: Weet je wat je hebt aangericht?! De man schrok zich een ongeluk, haha. We hebben samen een kop koffie gedronken en ik heb ’m een vleespakket gegeven. Uiteindelijk is het toch het leukst als mensen genieten van mijn ballen en andere vleesproducten. Krijg ik een appje dat het ‘superlekker’ is. Dat is toch mooi!’